Begeleider van duikers tijdens hun opleidingen

Na het behalen van het 3*-duikbrevet mag je assisteren bij het begeleiden van duikers tijdens hun duikopleiding. De mate van inzetbaarheid is echter beperkt. Door de vervolgopleiding tot Duikbegeleider te volgen krijg je als 3*-duiker extra bevoegdheden. Hierdoor ben je breder inzetbaar bij het opleiden van duikers. Op deze pagina kun je meer lezen over de opleiding tot Duikbegeleider en je bevoegdheden als Duikbegeleider.

Lees verder onder de foto

Te water gaanFoto: Rob Aarsen

Opleiding tot Duikbegeleider

De Duikbegeleider is een praktijkmens. Om deze reden is de opleiding vooral praktisch van aard en hoef je bijvoorbeeld geen reflectieverslagen en leerpuntverslagen te schrijven. We beperken de theorie tot maximaal twee theorieavonden en leggen de nadruk vooral op de praktijk. De praktijkopdrachten bestaan uit het organiseren en begeleiden van een introductieduik (één op één) en het begeleiden van (bij voorkeur) een 1*-duiker in opleiding tijdens een opleidingsduik in het buitenwater.

Wil je precies weten hoe dat zit? Neem dan even  Contact  met ons op! Of kijk even hier:  Uitleg en actuele prijzen

Om de opleiding tot Duikbegeleider te volgen:

  • heb jij je 3*-duikbrevet of een gelijkwaardig ander brevet gehaald
  • heb jij de PvB Eigen Vaardigheden gehaald én is deze niet ouder dan een jaar
  • ben je lid van de NOB

Bevoegdheden

  • Je maakt zelfstandig introductieduiken altijd één op één.
  • Je leert nieuwe duikvaardigheden aan bij 1*-duikers in opleiding in het zwembad altijd één op één.
  • Je oefent duikvaardigheden  in het zwembad en buitenwater met een 1*-, 2*- en 3*-duikers in opleiding.
  • Je leert in het buitenwater geen nieuwe duikvaardigheden aan. Wel mag je de instructeur hierbij assisteren als je dit leuk vindt.
  • Je geeft 'in principe' geen theorielessen, dit is voorbehouden aan de instructeur. Wel mag je de instructeur hierbij assisteren als je dit leuk vindt.

2*-instructeur is verantwoordelijk

De 'Duikbegeleider' staat in een opleidingssituatie altijd onder supervisie van een 2*-instructeur (of hoger). Dit betekent dat de instructeur op de hoogte is en heeft ingestemd met de voorgenomen opleidingsactiviteiten en de samenstelling van buddyparen.

Kosten

De opleiding Duikbegeleider kost €100,-. In de webshop van de NOB kun je het lespakket Duikbegeleider kopen. Hoewel we het een lespakket noemen, heb je voor deze opleiding geen boek nodig. Voor de €100,- krijg je een brevetregistratiekaart (BRK) voor toegang tot de online leeromgeving (digitaal lespakket), begeleiding en beoordeling door een Instructeur Trainer en een brevetpas. Daarnaast krijg je van ons een nuttige gadget.

Als je bij Duts inline de opleiding 'Duikbegeleider' afrond en daarna een geheel jaar je inzet bij de diverse opleidingen als 'Duikbegeleider' dan krijg je daarna op de eerstvolgende factuur de kosten van € 100,-- in mindering gebracht.

Verder leren?

Wil je als Duikbegeleider zelf duikopleiding plannen, organiseren en uitvoeren? Dan is de 2*-instructeursopleiding wellicht iets voor jou!

FAQ -  Duikbegeleider met aanvullingen van Duts

Lees hieronder de veel gestelde vragen over de Duikbegeleider.

Een aantal jaren geleden kreeg de NOB vragen vanuit duikclubs of een 3*-duiker niet meer ingezet kan worden bij het opleiden van duikers. Alle werkdruk ligt namelijk bij instructeurs en 3*-duikers zijn maar beperkt inzetbaar. Een werkgroep bestaande uit 9 NOB-docenten is hiermee aan de slag gegaan. Hieruit is de Duikbegeleider ontstaan. Een 3*-duiker met meer bevoegdheden in het zwembad en buitenwater. Al sinds 2010 gebruiken we deze methode op een minder formele basis met heel positieve resultaten.

Het ingangsniveau voor de opleiding tot Duikbegeleider is 3*-duiker en de PvB Eigen Vaardigheden.

De PvB bestaat uit een reeks praktijkbeoordelingen. Je moet laten zien dat je vaardig bent op het niveau van een 3*-duiker. Een 3*-duiker behoort zijn vaardigheden op demonstratie niveau te beheersen dit is dus veel meer dan ze zelf goed kunnen uitvoeren. Demonstratie niveau is simpel gezegd de oefening stapsgewijs zo voordoen dat de leerling de diverse handelingen duidelijk kan onderscheiden en daarna kan reproduceren. Dit wordt door een 2*-instructeur (of hoger) beoordeelt. De onderdelen van de PvB zijn: demonstratievaardigheden, deco-stops, zweven zonder voorwaartse beweging en reddende vaardigheden. De PvB moet in een periode van maximaal één jaar afgelegd worden en door de instructeur als voldoende zijn beoordeelt. Daarna kun je deelnemen aan een kaderopleiding. De PvB is voor alle instructeurs beschikbaar op eDocuments.

Het grootste verschil is dat een Duikbegeleider in het zwembad wél vaardigheden mag aanleren bij 1*-, 2*- en 3*-duikers. Wel altijd één op één. In het buitenwater blijft dit, net als bij de 3*-duiker, beperkt tot het oefenen van vaardigheden. Daarnaast mag een Duikbegeleider introductieduiken organiseren en daarbij één op één aspirant duikers begeleiden.

Er zijn de afgelopen paar maanden zins ik de online opleiding tot: Praktijkbegeleider Leercoach PvB-Beoordelaar heb gevolgd diverse discussies gevoerd over de één op één regel. De eerste basisregel bij de NOB is nog steeds dat we in buddy paren opleiden. Een buddy paar bestaat dus uit twee leerlingen en de instructeur of duikbegeleider is de derde persoon.

Als het buddy paar van leerlingen bestaat uit leerlingen die samen mogen duiken dan mag en kan elke 3*-duiker en dus ook de duikbegeleider dit buddy paar meenemen onderwater. Dat is dus vaak het geval behalve als de leerlingen in opleiding zijn voor hun 1*-duiker brevet (Open Water Duiker)

De 'Duikbegeleider' staat in een opleidingssituatie altijd onder supervisie van een 2*-instructeur (of hoger). Dit betekent dat de instructeur op de hoogte is en heeft ingestemd met de voorgenomen opleidingsactiviteiten en de samenstelling van buddy paren.

Dit is lastig te zeggen. De opleiding tot Duikbegeleider is een individueel leertraject. Door middel van een intakegesprek met de leercoach wordt met elke deelnemer afgesproken hoe de eindtermen behaald kunnen worden. Deze leergang zal voor elke deelnemer anders zijn waardoor de ene opleiding langer duurt dan de andere. Voor de opleiding moet je in ieder geval een introductieduik organiseren en begeleiden en een duiker in opleiding begeleiden tijdens een opleidingsduik. Hiervoor gebruik je het lesplan van een 2*- instructeur.

Het wordt een officieel brevet binnen de NOB waarmee je bij een duikclub kunt assisteren bij het opleiden van duikers. Het brevet geeft geen bevoegdheden in het buitenland. In het buitenland is je hoogst behaalde brevet je 3*-duikbrevet (Divemaster).

Allereerst is het belangrijk om te weten dat je als 3*-duiker bent opgeleid volgens de richtlijnen van de ISO. Na het behalen van je 3*-brevet ben je bevoegd om te assisteren bij duikopleidingen zoals de ISO dit voorschrijft. De ISO kent geen richtlijnen voor een brevet tussen de duikopleidingen en instructeursopleidingen. De duikbegeleider is daarom niet ISO-gecertificeerd. In het buitenland is je hoogst behaalde brevet dan ook 3*-duiker (Divemaster).

We hebben dit juridisch laten onderzoeken en allereerst is het goed om te weten dat de ISO-normeringen voor duik- en instructeursopleidingen geen kracht van wet hebben in Nederland. ‘Helaas’ kunnen we uit de jurisprudentie niet afleiden in hoeverre een rechter de ISO-normering gebruikt bij het vormen van zijn oordeel. Vanaf de introductie van de normen in 2005 heeft bijvoorbeeld de Arbeidsinspectie (nu SZW) steeds gezegd dat de ISO-normen gezien moeten worden als een ‘brancheafspraak’. Ze zouden een weergave zijn van wat gebruikelijk is in de duikbranche. Afwijken kan dus wel, maar dan moet je een goed verhaal hebben: je moet kunnen uitleggen waarom je bent afgeweken en wat jij hebt gedaan om de risico’s van de situatie te minimaliseren. Dit kunnen we als NOB uitleggen omdat de duikbegeleider een goede opleiding volgt voordat hij/zij extra bevoegdheden krijgt om duikers in opleiding te begeleiden. Daarnaast kiezen we er bewust voor om de duikbegeleider enkel één op één te laten begeleiden om zo de risico’s te minimaliseren.

De één op één regel is voor leerlingen die samen die oefeningen ook mogen oefenen, dus zonder duikbegeleider, niet van toepassing. Voor 1*-duikers in opleiding zijn wel extra voorzorgen noodzakelijk. Door een 3*-duiker te laten assisteren kun je vaak ook een veilige situatie creëren.

Onder supervisie betekent dat de 2*-instructeur niet op de duiklocaties aanwezig hoeft te zijn, wel is de 2*-instructeur altijd verantwoordelijk voor de opleiding. Dit betekent dat de instructeur op de hoogte is en heeft ingestemd met de voorgenomen opleidingsactiviteiten en de samenstelling van buddy paren.Een duikbegeleider kan daarna de afgesproken opleidingsactiviteiten zelfstandig gaan oefenen,een adequate terugkoppeling over de vorderingen naar de verantwoordelijk instructeur is vanzelfsprekend.

De huidige 1*-Instructeur behoud zijn huidige bevoegheden wel wordt er voorlopig geen nieuwe 1*-Instructeurs opleiding gestart. Wel worden en zogenaamde combi opleidingen gestart dat is één opleiding waar je beide instructeurs opleidingen geintergreerd gaat volgen. Duikbegeleider valt niet binnen de ISO-Normeringen en komt dien ten gevolge dus niet in aanmerking voor subsidie. De 1*-Instructeurs opleiding kent wel een ISO-Normering en komt dus wel in aanmerking voor overheids en gemeentelijke subsidies. Om deze reden zou het in de toekomst wel eens zo kunnen zijn dat de losse 1-*Instructeurs opleiding weer terug komt.

De combi opleiding 'Instructeur' dat is één opleiding waar je beide instructeurs opleidingen, dus 1*-Instructeur + 2*-Instructeur, geintergreerd gaat volgen. Daarna kun je dan de opleiding 'Praktijkbegeleider' en daarna 'Leercoach' en daarna 'PvB-Beoordelaar' en tenslotte 'Docent'.

Inloggen

Inloggen bij DUTS

Gebruikersnaam *
Wachtwoord *
Onthoud mij